Nu je weet wat Home Assistant is en waarom het zo’n krachtig platform is voor huisautomatisering, is het tijd voor de volgende logische stap: kiezen op welk apparaat je Home Assistant gaat draaien. Deze keuze is essentieel, want het bepaalt hoe stabiel, snel en flexibel jouw slimme huis straks zal werken. In dit artikel leggen we uit welke opties je hebt, wat de voor- en nadelen zijn, en geven we een concreet advies voor beginners.
Waarom deze stap belangrijk is:
Home Assistant is geen kant-en-klare app die je even op je telefoon zet. Het is een systeem dat continu draait – dag en nacht. Dat betekent dat je het moet installeren op een apparaat dat:
- Betrouwbaar 24/7 aan kan staan
- Voldoende rekenkracht heeft
- Bij voorkeur bedraad met het netwerk verbonden is
- Ruimte biedt voor uitbreidingen in de toekomst
Er zijn meerdere manieren om Home Assistant te draaien, van een eenvoudige Raspberry Pi tot een gevirtualiseerde server. Hieronder zetten we de drie populairste opties op een rij, zodat jij kunt kiezen wat het beste bij jouw situatie past.
Optie 1: Raspberry Pi 4 met Home Assistant OS (aanrader)
Voor de meeste mensen die net beginnen met Home Assistant is de Raspberry Pi 4 de beste keuze. Je draait dan de officiële Home Assistant OS op een apparaat dat speciaal bedoeld is om 24/7 aan te staan.
Voordelen:
- Goedkoop (rond de €60-€80 totaal)
- Weinig stroomverbruik
- Volledige ondersteuning voor updates en add-ons
- Grootste community-ondersteuning (veel handleidingen beschikbaar)
- Stil en compact
Nadelen:
- SD-kaarten kunnen op de lange termijn defect raken (tip: gebruik een SSD via USB voor meer stabiliteit)
- Beperkte rekenkracht voor zware toepassingen zoals camera-opnames of AI-analyse
Wat heb je nodig?
Raspberry Pi 4 (2GB of 4GB geheugen)
- MicroSD-kaart van 32GB of meer (bij voorkeur A2 of klasse 10)
- Voeding (5V 3A USB-C)
- Netwerkkabel of wifi (bedraad heeft de voorkeur)
Voor wie?
Voor iedereen die eenvoudig wil starten met een toegewijd systeem dat weinig ruimte inneemt en lage kosten heeft.
Optie 2: Oude laptop of mini-pc (met VirtualBox of Proxmox)
Heb je nog een oude laptop of mini-pc liggen die je niet meer gebruikt? Dan kun je Home Assistant ook daarop installeren, bijvoorbeeld via virtualisatie (zoals VirtualBox of Proxmox). Je hergebruikt bestaande hardware en krijgt betere prestaties dan bij een Raspberry Pi.
Voordelen:
- Snellere opslag (SSD of harde schijf)
- Meer rekenkracht voor zwaardere taken
- Goedkoper als je al een apparaat hebt liggen
Nadelen:
- Installatie is iets technischer (bijvoorbeeld met een virtuele machine)
- Apparaat moet altijd aanstaan, dus meer stroomverbruik en mogelijk ventilatorgeluid
- Niet alle laptops kunnen automatisch herstarten na een stroomuitval
Voor wie?
Voor de gebruiker met een beetje technische kennis en bestaande hardware die benut kan worden.
Optie 3: Installatie via Docker of op een bestaande Linux-server
Voor gevorderden is er de optie om Home Assistant te draaien in een Docker-container, bijvoorbeeld op een NAS of bestaande Linux-server. Deze methode geeft maximale flexibiliteit, maar vereist technische kennis.
Voordelen:
- Integreert makkelijk in bestaande infrastructuur
- Zeer flexibel qua opslag, back-ups en netwerkconfiguratie
- Handig als je al ervaring hebt met Docker en Linux
Nadelen:
- Geen Supervisor (dus geen eenvoudige installatie van add-ons)
- Minder gebruiksvriendelijk voor beginners
- Niet alle Home Assistant-functionaliteiten zijn beschikbaar
Voor wie?
Voor gevorderde gebruikers die al een eigen server of NAS hebben draaien.
Conclusie: welke optie kies je?
Voor beginners is er eigenlijk maar één écht verstandige keuze:
Raspberry Pi 4 met Home Assistant OS
Deze combinatie biedt de beste balans tussen eenvoud, stabiliteit en ondersteuning. Je hebt geen voorkennis nodig van Linux, Docker of virtuele machines, en je volgt eenvoudig de officiële installatiehandleiding. Als je later toch zwaardere toepassingen nodig hebt, kun je altijd overstappen naar een krachtiger platform.
Als je al een oude laptop of pc hebt, en je vindt het niet erg om iets meer technisch werk te doen, dan is dat ook een prima keuze om geld te besparen.